Vraag je je weleens af of jij de enige bent die zich gespannen voelt door werk, studie, gezin of geldzaken Het korte antwoord is dat stress heel veel voorkomt, bij jongeren en volwassenen. In dit artikel krijg je een helder overzicht van de nieuwste cijfers, waar de verschillen vandaan komen en hoe stress wordt gemeten. Ook leg ik uit wat bekend is over chronische stress en wat je vandaag al kunt doen om je veerkracht te vergroten. Zo weet je precies hoe jouw ervaring past in het grotere plaatje.
Het korte antwoord
Stress is wijdverspreid in Nederland. Recente peilingen laten zien dat ongeveer een kwart van de volwassenen aangeeft in de vier weken voorafgaand aan het onderzoek stress te hebben gevoeld. Als specifiek gevraagd wordt naar heel veel of zeer veel stress dan rapporteert ongeveer een vijfde van de volwassenen dit. Bij jongvolwassenen ligt de ervaren druk duidelijk hoger en bij middelbare scholieren is de rol van school, toekomst en een druk leven groot. Regionaal zijn er betekenisvolle verschillen tussen gemeenten en GGD regio’s.
Wat bedoelen we met stress en hoe wordt het gemeten
Onderzoeken gebruiken verschillende vraagstellingen. Soms wordt gevraagd naar stress in de afgelopen vier weken, soms naar hoe vaak men zich gestrest voelt en soms naar heel veel stress. Dat levert verschillende percentages op. Ook kan een meting focussen op bronnen van stress zoals werk, school, geld of thuis en op de frequentie zoals vaak of regelmatig. Dit is belangrijk om cijfers goed te interpreteren.
Verder zijn er verschillen in werving. Bij brede bevolkingsonderzoeken worden mensen steekproefsgewijs benaderd. Bij sommige peilingen onder jongvolwassenen gebeurt werving via sociale media. De resultaten worden dan gestandaardiseerd op bijvoorbeeld leeftijd, regio en gender. Dat verkleint vertekening maar sluit die niet volledig uit. Zie ook de notities verderop voor meer duiding.
Volwassenen en ouderen
Bij volwassenen schommelt het aandeel dat recent stress ervaart rond een kwart. In een meting medio tweeduizend vijfentwintig gaf ongeveer 25 procent van de volwassenen aan in de vier weken voorafgaand aan de vragenlijst stress te hebben gevoeld. Wanneer specifiek gevraagd wordt naar heel veel of zeer veel stress dan rapporteerde in de Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen tweeduizend vierentwintig 20,3 procent dit in de vier weken voorafgaand aan de vragenlijst.
Belangrijkste bronnen van stress bij volwassenen
Volwassenen noemen vooral de combinatie van alles wat zij moeten doen ongeveer 11 procent, werk ongeveer 10 procent en eigen problemen ongeveer 10 procent als veelvoorkomende stressbronnen. Onder eigen problemen vallen onder meer gezondheid, geldzaken, schulden en woonsituatie. Stress door de thuissituatie kan gaan over relatie, opvoeding of ruzies thuis. Ook zorgen over wereldpolitiek, inflatie en de woningmarkt nemen de laatste tijd toe en kleuren het algemene spanningsniveau mee.
Regionale verschillen bij volwassenen
De spreiding tussen gemeenten is aanzienlijk. Volgens de Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen tweeduizend vierentwintig varieert het percentage volwassenen dat in de voorafgaande vier weken heel veel stress ervoer per gemeente van 11,2 tot 27,8 procent. Tussen GGD regio’s gaat het om een bandbreedte van 15,6 tot 26,4 procent. Deze verschillen kunnen samenhangen met sociaaleconomische factoren, werkgelegenheid, woningmarkt en lokale voorzieningen voor ondersteuning en hulp.
Jongvolwassenen
Jongvolwassenen rapporteren de hoogste frequentie van stress. Volgens de Gezondheidsmonitor Jongvolwassenen tweeduizend vierentwintig zegt 43,0 procent van de jongvolwassenen zich heel vaak gestrest te voelen. Per GGD regio varieert dit van 36,9 tot 50,5 procent. Per gemeente loopt het aandeel jongvolwassenen dat heel vaak stress ervaart uiteen van 20,6 tot 57,0 procent. De druk komt vaak samen uit studie of werk aanloop, financiën, de zoektocht naar een woning en zorgen over toekomstperspectief.
Wat verklaart de hogere druk bij jongvolwassenen
Een stapeling van keuzes en mijlpalen in korte tijd speelt mee. Denk aan stage of eerste baan, zelfstandig wonen, afstuderen en financiële zelfstandigheid. Uit antwoorden van jongvolwassenen op open vragen blijkt daarnaast dat hoge eigen verwachtingen en angst om fouten te maken regelmatig bijdragen aan het spanningsniveau. Dat sluit aan bij bevindingen waarin te hoge eigen eisen en werkdruk als belangrijke factoren voor werkgerelateerde stress worden genoemd.
Middelbare scholieren
Bij jongeren in het voortgezet onderwijs is school of studie veruit de voornaamste stressbron. De Gezondheidsmonitor Jeugd tweeduizend drieëntwintig laat zien dat 49,8 procent van de jongeren zich zeer vaak of vaak gestrest voelt door een of meer factoren. De belangrijkste zijn school of huiswerk 35,5 procent, de combinatie van alles wat zij moeten doen 30,2 procent en wat anderen van hen vinden 20,6 procent. Eigen problemen 16,3 procent en de situatie thuis 10,0 procent spelen eveneens een rol.
Tussen GGD regio’s varieert de uitkomst bij jongeren van 44,0 tot 55,8 procent. Per gemeente schommelt het aandeel jongeren dat zeer vaak of vaak gestrest is door genoemde factoren tussen 25,3 en 63,2 procent. In de bovenbouw en in het hoger onderwijsrapporteren studenten vaker studie of schoolstress dan jongere leerlingen. Ook besteden jongeren die meer uren aan huiswerk en studie besteden relatief vaker stressmeldingen aan school.
Verschillen naar leeftijd en geslacht
Meisjes en jonge vrouwen rapporteren vaker stress dan jongens en jonge mannen. Bij schoolstress, druk leven en uiterlijk vallen de verschillen extra op. Dat patroon komt terug in meerdere metingen. Mogelijke verklaringen zijn verschillen in sociale verwachtingen, perfectionismeneigingen en gevoeligheid voor sociale vergelijking.
Trend en seizoen
Stress komt breed voor in het dagelijks leven. Eerder panelonderzoek meldde dat een groot deel van de bevolking stress ervaart, en dat dit in donkere maanden vaker wordt genoemd. Tegelijk zien recente kwartalen bij volwassenen een stabiel mentaal welbevinden. Kleine schommelingen in suïcidale gedachten en eenzaamheid komen voor, maar de trend sinds tweeduizend tweeëntwintig is vrij vlak. Wat wel duidelijk toe is genomen zijn zorgen over wereldpolitiek, prijzen en de woningmarkt, die voor velen een achtergrondruis van spanning vormen.
Waarom de verschillen zo groot kunnen zijn
Stress is geen louter individueel fenomeen. Chronische druk komt vaker voor bij mensen met een opeenstapeling van onzekerheden over werk, inkomen, wonen, gezondheid en sociale steun. Naar schatting heeft ongeveer een op de zes volwassenen te maken met stapeling op drie of meer domeinen. Dat vergroot de kans op langdurige stress en op bijkomende gezondheidsproblemen. Ook regionale economische dynamiek, bereikbare zorg en sociaal netwerk bepalen mede hoe stress wordt ervaren en verwerkt.
Sociaaleconomische context
Onderzoek in de eerstelijnszorg beschrijft chronische stress als een factor die sociaaleconomische gezondheidsverschillen in stand houdt. Mensen met lagere opleiding en inkomen rapporteren gemiddeld meer langdurige stress. Woningonzekerheid, schulden en onregelmatige arbeid zijn belangrijke aanjagers. Een mensvriendelijke omgeving, laagdrempelige hulp en praktische ondersteuning bij geldzaken, wonen en werk kunnen hier tegenwicht bieden.
Wanneer spreken we van chronische stress
In de psychologie wordt onderscheid gemaakt tussen acute stress, hanteerbare stress en chronische stress. Acute stress is kortdurend en helpt je snel en alert te reageren. Hanteerbare stress duurt langer, maar dooft uit en veroorzaakt geen grote beperkingen. Chronische stress blijft aanhouden en leidt tot allostatische overbelasting. Dan raken regulatiesystemen ontregeld en ontstaan duidelijke beperkingen in dagelijks functioneren.
Chronische stress treedt vaker op bij aanhoudende onzekerheid op meerdere leefdomeinen. Denk aan gecombineerd financieel krap zitten, onveilige woonomgeving, ziekte of mantelzorg en weinig sociale steun. Wil je dit begrip verder uitdiepen lees dan de uitleg op wat is chronische stress.
Gevolgen van langdurige stress
Langdurige stress beïnvloedt hersengebieden die betrokken zijn bij angstregulatie, concentratie en geheugen. Mensen beschrijven dan vaker onrust, prikkelbaarheid en moeite met plannen en beslissen. Lichamelijk neemt het risico toe op onder meer hart en vaatziekten, diabetes en infecties. In relaties en werk kan dit zich uiten in meer conflicten, minder energie en een grotere kans op uitval. In zorgsituaties zien huisartsen en praktijkondersteuners dan vaker problemen met afspraken, therapietrouw en leefstijlaanpassingen.
Wat kun je doen om stress te verminderen
Er is niet een enkele aanpak die voor iedereen werkt. Begin met bewustwording. Benoem jouw belangrijkste stressbronnen en splits ze op in beïnvloedbare en niet beïnvloedbare delen. Zoek vervolgens naar een compacte set basisinterventies die je kunt volhouden. Uit ervaring met cliënten en teams zie ik dat het combineren van drie pijlers het meest oplevert beweging en herstel, sociale steun en taken vereenvoudigen.
Beweging in de buitenlucht werkt vaak extra ontspannend. Plan korte wandelingen of fietstochtjes op vaste momenten. Bouw microherstel in je dag, bijvoorbeeld door werkblokken te scheiden met een rustige ademoefening. Spreek regelmatig af met mensen bij wie je je gezien voelt. Gebruik een eenvoudige to do aanpak waarin je per dag maximaal drie prioriteiten kiest en moeilijke taken opknipt.
Leg de lat voor jezelf realistisch. Veel jongvolwassenen en professionals geven aan dat hoge eigen verwachtingen en angst voor fouten een belangrijke stressbron zijn. Het helpt om vooraf te bepalen wat goed genoeg is. In organisaties werkt het om teamnormen over bereikbaarheid en pauzes expliciet te maken. Heb je nu al te veel spanning, kijk dan naar deze praktische gids met eerste stappen op wat te doen tegen stress.
Bij langdurige klachten is geduld nodig. Het stresssysteem heeft tijd nodig om te herstellen. Hier lees je wat dat in de praktijk betekent en hoe je herstel kunt volgen op hoe lang duurt het voordat stress uit je lichaam is.
Veelgestelde cijfers op een rij
Volwassenen
Ongeveer 25 procent gaf recent aan stress te ervaren in de afgelopen vier weken. Wanneer specifiek naar heel veel stress wordt gevraagd rapporteert 20,3 procent dit. De belangrijkste bronnen zijn alles wat men moet doen, werk en eigen problemen. Tussen gemeenten varieert heel veel stress van ongeveer 11 tot 28 procent en tussen GGD regio’s van ongeveer 16 tot 26 procent.
Jongvolwassenen
43,0 procent voelt zich heel vaak gestrest. Regionale variatie is groot 36,9 tot 50,5 procent per GGD regio en 20,6 tot 57,0 procent per gemeente. Oorzaken liggen vaak in studie of werk aanloop, geld en wonen, gecombineerd met hoge eigen verwachtingen.
Middelbare scholieren
49,8 procent voelt zich zeer vaak of vaak gestrest door een of meer factoren. School en huiswerk worden het meest genoemd 35,5 procent, gevolgd door alles wat zij moeten doen 30,2 procent, wat anderen van hen vinden 20,6 procent, eigen problemen 16,3 procent en de situatie thuis 10,0 procent.
Hoe worden deze cijfers verzameld
De Gezondheidsmonitoren worden periodiek uitgevoerd door GGD en partners. De jeugdmonitor bereikt tweede en vierde klassers van het voortgezet onderwijs via digitale vragenlijsten op school. De jongvolwassenenmonitor tweeduizend vierentwintig gebruikte een open link met werving via sociale media en past standaardisatie toe naar regio, leeftijd en gender. Daardoor sluiten de uitkomsten beter aan op de populatie, maar blijft een kans bestaan dat mensen met meer klachten zich eerder melden. De volwassenenmonitor werkt met veel grotere steekproeven en biedt kaarten met schattingen per gemeente en regio.
Van momentopname naar richting
Zie cijfers als richtingaanwijzer, niet als absolute waarheid. Kijk steeds naar de vraagstelling stress in het algemeen of heel veel stress, de referentieperiode zoals vier weken, en de populatie. Combineer dit met context zoals economische omstandigheden en beleidswijzigingen. Gemeenten en organisaties die structureel investeren in bestaanszekerheid, bereikbare hulp en groene leefomgeving zien vaak een gunstiger stressprofiel. Voor individuen werkt dezelfde logica. Hoe beter de basis op orde inkomen, wonen, gezondheid en steun hoe groter de veerkracht tegen stressoren.
Wat neem je hieruit mee
Stress is voor velen herkenbaar en komt bij jongeren het vaakst voor. De krachtige combinatie voor vermindering is simpel en consequente routines, hulp vragen waar dat nodig is, en het vereenvoudigen van je dagelijks systeem. Voor beleid en praktijk geldt dat investeren in bestaanszekerheid en een mensvriendelijke omgeving geen luxe is maar een randvoorwaarde om stress en de gezondheidsgevolgen ervan te beperken.
Samengevat laat de nieuwste monitoring zien dat ongeveer een kwart van de volwassenen recent stress ervaart, dat een vijfde heel veel stress meldt en dat jongvolwassenen en middelbare scholieren beduidend hogere niveaus rapporteren. Regionale verschillen zijn groot en hangen samen met sociaaleconomische omstandigheden. De beste aanpak is tweeledig verminder structurele bronnen van spanning en bouw persoonlijke routines voor herstel en steun. Zo verlaag je niet alleen je stress van vandaag maar vergroot je ook je veerkracht voor morgen.
Hoeveel mensen ervaren stress in Nederland
Onder volwassenen rapporteert ongeveer 25 procent stress in de vier weken voorafgaand aan de vragenlijst. Wanneer specifiek gevraagd wordt naar heel veel stress meldt 20,3 procent dit. Jongvolwassenen rapporteren de hoogste druk 43,0 procent voelt zich heel vaak gestrest. Bij middelbare scholieren voelt 49,8 procent zich zeer vaak of vaak gestrest door een of meer factoren.
Waarom verschillen cijfers over hoeveel mensen stress ervaren
Metingen gebruiken verschillende vraagstellingen. Soms gaat het om stress in de afgelopen vier weken, soms om hoe vaak iemand zich gestrest voelt en soms om heel veel stress. Ook verschilt de populatie jongeren, jongvolwassenen of volwassenen en de wervingsmethode. Houd daarom altijd rekening met definities, periode en doelgroep.
Welke factoren zorgen het vaakst voor stress
Bij volwassenen worden vooral genoemd alles wat men moet doen, werk en eigen problemen waaronder gezondheid, geld en wonen. Bij jongeren zijn school of huiswerk en een druk leven de grootste factoren. Jongvolwassenen noemen naast studie of werk aanloop ook financiën, wonen en hoge eigen verwachtingen als triggers.
Wat betekent het als mijn gemeente een hoger stresscijfer heeft
Gemeentecijfers tonen schattingen. Een hoger percentage kan samenhangen met sociaaleconomische factoren, woningmarkt, werkgelegenheid en de bereikbaarheid van hulp. Het zegt niet dat iedereen daar meer stress heeft, maar wel dat er op populatieniveau meer signalen zijn. Beleidsmaatregelen rond bestaanszekerheid en ondersteuning kunnen dit beïnvloeden.
Wat kan ik doen als ik heel veel stress ervaar
Begin klein en consequent. Plan dagelijkse beweging bij voorkeur buiten, maak je to do lijst compact en zoek steun bij mensen die je vertrouwt. Bespreek praktische belemmeringen rond geld, werk of wonen met een hulpverlener. Kijk voor concrete eerste stappen op de gids met tips op wat te doen tegen stress en geef herstel tijd.